Vandaag las ik een interview in de Zandvoortse Courant met de burgemeester over uitgaansoverlast. De burgemeester heeft de indruk dat de horecaondernemers niet willen samenwerken wanneer er problemen zijn. De horecaondernemers dienen meteen met 112 te bellen. De burgemeester heeft de indruk dat dit niet gebeurd en vindt dat dom.
Ik vind dat hij een punt heeft wanneer horecaondernemers (notoire) relschoppers de hand boven het hoofd houden, maar je dient het wel te onderbouwen met feiten en niet alleen te baseren op een indruk. Ook twijfel ik sterk aan de definitie van een probleem, wanneer iets kleins begint kan het soms vanuit het niets groter worden. Zo sta je als horecaondernemer een klein ruzietje te sussen en ineens begint er iemand van buiten je zaak zich er tegen aan te bemoeien. Het lijkt me goed wanneer de burgemeester een paar weekenden mee gaat draaien om te zien hoe actief de horecaondernemers al bezig zijn om overlast te voorkomen.
Het gehele interview roept alleen maar vragen op. Afgelopen maandag sprak de regisseur nog over niet bestaand beleid en een vergissing. Volgens de burgemeester wordt het bestaande beleid gewoon aangescherpt.
De volgende vragen zijn voor de burgemeester:
- Wanneer heeft de gemeente de horecaondernemers geïnformeerd over de maatregelen uit de mededeling aan de gemeenteraad?
(Graag ontvangen wij alle correspondentie van de gemeente aan de horecaondernemers over dit onderwerp.)
U spreekt over aanscherping van maatregelen.
- Bij wie ligt de bevoegdheid om dit aan te scherpen?
De burgemeester geeft aan dat de horecaondernemers het niet zo nauw nemen met de geluidsnormen.
- Hoeveel geluidsmetingen zijn er het afgelopen jaar geweest?
(Graag in een overzicht met overschrijdingen per dag.)
“Heel veel klachten zijn er binnen gekomen.”
- Hoeveel klachten?
(Graag in een overzicht van klachten per melder en tijdstippen. En actie gemeente n.a.v. deze meldingen.)
U stelt dat er een grens wordt overschreden.
- Welke grens bedoelt u?
U laat op schrijven, “Is het nou zo moeilijk om je aan de regels te houden.”
- Over welke regels heeft u het?
“Als er problemen zijn moeten ze zo snel mogelijk 112 bellen.”
- Wat is de definitie van problemen en wat is zo snel mogelijk?
“Maar ik heb de indruk dat er vaak geen melding wordt gemaakt van overlast.”
- Waar baseert u deze indruk op?
“Dat is dom.”
- Hoe kunt u het handelen van de horecaondernemers als dom bestempelen, wanneer u alleen een indruk heeft?
U vindt het jammer dat beide partijen nu lijnrecht tegen over elkaar staan.
- Hoe had u deze situatie kunnen voorkomen?
U heeft voorgesteld om vijf horecaondernemers en vijf bewoners met elkaar in contact te brengen om gezamenlijk te proberen de overlast binnen de perken te houden. U meldt dat hier nog niet op is gereageerd.
- Wie heeft hier nog niet op gereageerd en wanneer heeft u dit voorgesteld?
“De verhalen dat we plotseling handhaven kloppen niet. We waarschuwen nu alleen nog. Als we ons echt streng aan de wet houden, zouden er veel meer straffen moeten worden uitgedeeld.”
- Over welke verhalen heeft u het?
- Wanneer heeft u gewaarschuwd?
- Over welke wet heeft u het?
- Welke straffen kan u uitdelen?